Morblus (I) Blues Banana Peel Ruiselede (02-06-2025) reporter & photo credits: Marcel info band: Moreblus info organisatie: Banana Peel © Rootsville 2025 |
---|
Het zijn drukke dagen tegenwoordig. Nog maar net een schitterende editie van Duvelblues achter de kiezen en was ik weer op weg richting Ruiselede en de Banana Peel, voor alweer een nieuwe gig. Deze maal waren de Italianen van Morblus uitgenodigd. Ik weet niet of ik het nog hoef te vermelden, maar ik doe het toch, de joint was alweer compleet uitverkocht. Moest er ooit een prijs worden uitgereikt voor de meeste uitverkochte blues concerten, dan vermoed ik dat de Banana Peel wel de hoofdvogel zou afschieten.
Morblus, een trio onder leiding van Roberto Morbioli, de man uit Verona. “Rob” kreeg muziek van jongs af aan met de paplepel ingegoten en al op jonge leeftijd nam hij de gitaar ter hand. Na eerst wat basgitaar te hebben gespeeld richt hij in 1991 zijn eigen band op: Morblus. Van dan afgaat het heel snel voor onze man met begeleidingen van onder andere John Mayall en Robert Ford. Hij trekt een drietal jaar op met Big Daddy Wilson om uiteindelijk toch zijn eigen kaart te trekken met zijn gladde funky blues. Vanavond is hij in het gezelschap van Andrea Caggiari (bas) en Sergio Ratti (drums).
Morbioli moet wel de breedste glimlach van de hele blueswereld hebben. Die stond zowaar het hele optreden door op zijn gezicht gebeiteld en alvast toen hij de eerste noten inzette van ‘I Got You On My Mind’ dat zonder overgang werd gevolgd door ‘Got My Mojo Working’ van Preston “Red” Foster maar beter bekend in de versie van Muddy Waters. Hier gaf Roberto er zijn eigen touch aan. Bij deze werd de toon gezet voor een leuke mix tussen songs van eigen hand en een aantal covers die niet zomaar klakkeloos zouden worden nagespeeld, maar die door Roberto & co werd overgoten met een eigen sausje.
Eén van die eigen songs is ‘I Don’t Wanna Be A Star’ afkomstig het uit album “Make It Right”. Bij ‘I Really Love You Girl’ krijgen we een zeer funky nummer met een fijne bassolo van Andrea waar nadien Sergio zijn drum skills kon laten zien. By the way een stevige ritmesectie. Ondertussen had Roberto een goed contact gelegd met het publiek en de vele aanwezige fans lieten het zich welgevallen. Ook uit de nieuwe cd was het leuke ‘Blind Love’.
Roberto tovert mooie solo’s uit zijn gitaar zonder echter te overdrijven. Er wordt vervolgd met ‘Oh Baby’ en een covertje van Bobby “Blue” Bland met ‘Ain’t No Love In The City’, een mooie versie waarbij voor de eerste maal in het optreden het tempo even naar beneden werd gehaald. Dit was echter van korte duur want met de pittige boogie ‘Bye Bye Baby’ duwde het trio de gaspedaal stevig in. Met dit opzwepend nummer werd meteen ook het eerste gedeelte afgesloten en spoedde iedereen zich naar buiten, voorzien van de nodige vloeibare versnapering. Even een frisse neus halen was meer dan nodig.
Met een nieuw en droog hemd was Roberto alweer klaar om het tweede deel aan te vatten en dat werd ingezet met een instrumentaaltje, waarna ‘Start It Up’, als ik mij niet vergis eentje van Robben Ford, de joint werd ingeslingerd. ‘You Smile’ is een funky song met een vleugje soul en met de medewerking van het publiek werd het een heuse sing-a-long.
Persoonlijk vond ik de instrumentale versie van ‘People Get Ready’ van Curtis Mayfield, schitterend gebracht. Roberto maakte even tijd om Michel, de barman, op het podium te roepen. De man verjaarde namelijk en een massaal applaus werd zijn deel en Roberto trakteerde hem dan op ‘Long Way From Home’. Tijd om even een andere gitaar ter hand te nemen en er stevig tegenaan te gaan met de slide voor een pittige ‘Down To Mississippi’.
Als gitarist vist Roberto ook in de vijver van de groten en zo kregen we ‘My Woman Has A Black Cat Bone’ van Albert Collins voorgeschoteld. ‘Boom Boom’ van John Lee Hokker begon ietwat zompig en vet maar halverwege werd de gashendel volledig opengetrokken en ontbond Roberto zijn duivels. En toch kan het nog steviger en dat bewees het trio met een instrumentale versie van The Kinks’ ‘You Really Got Me’ waarna de band afscheid nam met een stevige uitsmijter dat klonk als een op speed gespeeld fifties rock ’n roll nummer uit de tijd van ‘Happy Days’.
Wat volgde was een staande ovatie. Natuurlijk was het nog geen elven, dus je weet wat er volgde en bovendien was dit een jubileum want het was de 10de maal dat de band aantrad in de Bananen Schil en dat moest dus gevierd worden dus stuurde de band ons huiswaarts met een cover van Prince en dat werd dat uit het volle borst meegezongen ‘Purple Rain’. Bij deze kon iedereen tevreden huiswaarts keren.
Was dit goed? Zeker en vast. De fans waren alvast razend enthousiast. Was dit buitengewoon? Ik zou zeggen:”neen”, daarvoor heb ik daar in Ruiselede al andere dingen gezien. Maar was het een fijne avond? Zeker wel. Ik heb mij goed geamuseerd, het was aangenaam en dat is zowaar toch het belangrijkste. Er komen nog twee optredens in Ruiselede deze maand, die ik jammer genoeg door een welverdiende vakantie moet missen en dat zijn Baywater Call en de onvolprezen Rockin’ Johnny Burgin Wees erbij, wees erbij!
Marcel